Procedure beroeping nieuwe predikant (8)
Een afvaardiging van de kerkrentmeesters en de kerkenraad heeft op 24 maart een gesprek gehad met een tweetal leden van het Classicale College voor de Behandeling van Beheerszaken (CCBB). Om een predikant te mogen beroepen, moet het CCBB een zogenaamde solvabiliteitsverklaring afgeven, met andere woorden of wij als PGO een predikant over een periode van acht jaar met als uitloop nog drie jaar, dus in totaal elf jaar kunnen bekostigen.
Het uitgangspunt is om een fulltime predikant te gaan beroepen; uiteindelijk moet de kerkenraad daar een besluit over nemen.
Naar aanleiding van het eerste gesprek met het CCBB eind oktober en adviezen van hen is door onze deskundigen opnieuw naar de cijfers in de begroting over meerdere jaren (meerjarenraming) gekeken met name naar de benodigde reserves alsmede naar de ontwikkeling van de vrijwillige bijdragen over de betreffende periode van elf jaar. Op basis hiervan heeft bijstelling van de meerjarenraming plaatsgevonden.
Uit deze meerjarenraming blijkt dat het mogelijk moet kunnen zijn om een fulltime predikant te beroepen en het CCBB staat daar ook positief in. Als wij een formele aanvraag indienen kan het CCBB dit in hun vergadering van 4 mei gaan bespreken. Het is wel zo dat wij moeten zorgen dat de Jaarrekening van 2021 en de betreffende meerjarenraming van 2022 in FRIS (rapportage- en informatiesysteem van de PKN) staat. Hier wordt hard aan gewerkt.
Het besluit om een predikant te mogen beroepen, wordt uiteindelijk genomen door het Breed Moderamen van onze Classis en deze vergadert op 24 mei. Als alles goed gaat, kan na deze datum dus de beroepingscommissie aan het werk. Een aantal gemeenteleden heeft zich hiervoor aangemeld en de kerkenraad heeft deze leden inmiddels benoemd en zij hebben daar ook bericht van gekregen.
Geerdien Huizinga, scriba