Ditmaal een meditatie op een andere manier. U kunt ook meteen kijken hoe goed u het kerstevangelie naar Lucas kent. De puzzel is gebaseerd op de Nieuwe Bijbelvertaling 2004 (Lucas 2: 1-21). Lees de onderstaande tekst. Elke keer als u een * ziet, is één woord weggelaten. Streep ze weg in de puzzel. De woorden kunnen alle richtingen uitgaan: van links naar rechts, van rechts naar links, van onder naar boven en van boven naar onder en diagonaal in alle richtingen. Letters kunnen meerdere keren worden gebruikt. In de tekst ontbreken sommige woorden meerdere keren. U hoeft het maar één keer door te strepen. Als alle woorden zijn weggestreept, blijven er een aantal letters over die samen een zin vormen. Hoeveel weet u zonder op te zoeken? In de volgende editie verschijnt de oplossing. Veel succes!
Ds Bernadette de Groot

In die * kondigde keizer * een * af dat alle inwoners van het * zich moesten laten *. Deze eerste * vond * tijdens het bewind van * over *. Iedereen ging op weg om zich te laten *, ieder naar de * waar hij vandaan kwam. * ging van de stad * in Galilea naar *, naar de stad van * die * heet, aangezien hij van * afstamde, om zich te laten * samen met *, zijn aanstaande vrouw, die * was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar * aan, en ze bracht een * ter wereld, haar eerstgeborene. Ze * hem in een * en legde hem in een *, omdat er voor hen geen * was in het nachtverblijf van de stad.
Niet ver daarvandaan brachten * de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun *. Opeens stond er een * van de * bij hen en werden ze omgeven door het stralende * van de *, zodat ze hevig schrokken. De * zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed * brengen, dat het hele * met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van * voor jullie een * geboren. Hij is de *, de *. Dit zal voor jullie het * zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een * gewikkeld in een * ligt.’ En plotseling voegde zich bij de * een groot hemels * dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel en * op aarde voor alle mensen die hij *.’
Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de * tegen elkaar: ‘Laten we naar * gaan om met eigen * te zien wat er gebeurd is en wat de * ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen * aan en * en het kind dat in de * lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de * tegen hen zeiden, maar * bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De * gingen terug, terwijl ze God * en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. Toen er acht dagen verstreken waren en hij * zou worden, kreeg hij de naam *, die de * had genoemd nog voordat hij in de schoot van zijn moeder was ontvangen.